Tussen aan de ene kant vol moed, geloof, optimisme zijn. Tot het punt waarop het geloof als een masker kan aanvoelen en je niet meer kan ademen als mens. Er is geen ruimte voor zwaktes, zuchten, haperingen, twijfel en moeite, want alles hoort tip top in orde zijn. We zijn graag op een soort van geloofshigh, en er is in ons hart geen ruimte voor ons gebrek en falen.
Aan de andere kant..
zoveel aandacht geven voor elkaars kwalen dat problemen het centrum worden en we ontmoedigd naar de grond gaan staren. Dan zijn we als mensen wel eerlijk over hoe we in ons vel zitten, wat ons verzwaard en pijn doet, maar we ervaren niet een overwinnend leven, maar meer het met de golven mee gaan van alledag.
Ik heb heel wat gemeentes bezocht de afgelopen jaren en beide kanten gezien. Ook in extremen. Een beetje net als de politiek, waarin je extreem links, extreem rechts hebt, en vanalles ertussenin! De schade van de ene extreem is dat er geen ruimte is voor het mens zijn: transparantie en kwetsbaarheid. De schade van de andere extreem is dat mensen danwel oprecht, maar ontmoedigd en met dezelfde problemen door het leven blijven gaan.
Het ene is teveel gericht op mens zijn, ruimte voor gebrek zonder diepe aanvulling en heling. Het andere teveel op geest zijn. Gericht op heel en vervuld horen zijn, zonder ruimte voor gebrek en kwetsbaarheid.
Het ene heeft het risico dat je geloofsleven een oppervlakkig iets kan worden, dat uit het tonen van een geestelijk portfolio bestaat en het ophouden van een geloofsmasker. De andere extreem heeft als risico dat je vast blijft zitten in een prikkelbos van problemen, niet vooruitkomt en opstijgt met de kracht van de Geest.
Ik vroeg Vader, hoe ga ik hiermee om? Ik vind het zo lastig hier balans in te vinden. Ik verlang ernaar transparant en kwetsbaar te zijn, maar ook met Uw kijk en kracht door het leven te gaan. Dan merk ik weer dat ik teveel de ene kant op slinger en als een soort geloofshercules door het leven wil gaan, waarbij ik in volle overmoed weer eens op mijn snufferd ga en en geen ruimte ervaar om open en eerlijk te zijn over mijn valpartijen. Andere kant, als ik teveel mij richt op problemen en zwaktes, kan ik klagerig en negatief worden naar binnen en naar buiten toe. Dan kan je als niet oppast vast raken in een poel van bitterheid.
Kom op! Niet denken in problemen. Denk in mogelijkheden!
Wat is de gulden middenweg? Waarom niet wat van beide? In geloofsvisie en kracht wandelen, maar tegelijk ook ruimte geven voor zwaktes en problemen. Sterk en moedig, maar toch ook klein en kwetsbaar mogen zijn. Hier mag een balans in zijn. Ik ben nog op zoek, maar onderweg. Dan ben ik net als Jezus de Mensenzoon – Mens en Zoon. Je gekend weten als mens – poedelnaakt en afhankelijk, als een pasgeboren baby, kwetsbaar maar geborgen in de Vader’s handen.
En je gekend weten als Zoon – een overwinnaar, moedig als een leeuw, een machtige strijder, koning en priester, maar bovenal een geliefd kind; geliefd in je gebreken, maar niet gebrekkig geliefd.